Struiswijk Gevangenis, in Batavia, Java (nu Jakarta, Indonesië)
De Struiswijk gevangenis werd ontworpen en gebouwd door de Nederlanders. Het was een soort fort. Aan de omtrek stond een ongeveer 10 meter hoge muur met een uitkijkpost waar twee gewapende Japanse bewakers de wacht hielden. Binnen de muur was een vuurgang, ongeveer 20 meter breed.
Achter de brandgang was een stevige muur zonder ramen; dat was de achterkant van de eigenlijke gevangenis. Om in de gevangenis te komen ging je eerst door hoge stalen deuren in de eerste muur, en daarna waren er twee deuren in de binnenmuur. Als je het je kunt voorstellen, waren de toegangsdeuren met elkaar verbonden door een soort tunnel.
Eenmaal binnen de binnenmuren waren er kantoren, een magazijn en de wacht. Het centrum van de gevangenis was een open gebied met wat bomen. Het was ongeveer zo groot als een voetbalveld.
Rondom dit veld waren barakken omgebouwd tot verblijven en cellen. De binnenmuur van de gevangenis vormde de achterwand van de barakken en de cellen waren gegroepeerd in blokken. Leen en ik zaten opgesloten in één cel, in blok J.
In het oorspronkelijke Nederlandse ontwerp was één cel bedoeld voor slechts één plaatselijke gevangene. De afmetingen waren tweeënhalve meter lang, anderhalve meter breed en 2 meter hoog.
De verlichting in onze cel was een elektrische fietslamp aan het plafond. We brachten verbeteringen aan door het zilverpapier van een pakje sigaretten te gebruiken om het licht terug te kaatsen in de kamer. Hiermee konden we ’s avonds allebei patience spelen met een kaartspel.
Gedurende de tijd dat we in dat blok zaten mochten we drie keer per dag naar buiten. We konden ons wassen en scheren bij de waterput. De put was in het midden van de binnenplaats die bij ons blok hoorde. Het was een gelegenheid om naar het toilet te gaan en iets te eten te halen. Die uitstapjes duurden ongeveer twee uur. Praten met andere gevangenen uit een ander blok was ten strengste verboden, dus we waren volledig verstoken van nieuws. Het was moeilijk om volledig geïsoleerd te zijn van alles buiten ons blok. Dit isolement duurde ongeveer zes maanden.
Het bleek dat de Japanners de gevangenen ondervroegen naar details of kennis, die ze konden gebruiken voor hun oorlogsinspanningen. Ik zag verschillende gevangenen uit ons blok gehaald worden en ze werden zwaar mishandeld voordat ze terugkwamen. Sommigen zag ik nooit meer terug…